Een ijle machinerie die oogt als een eeuwigdurende klok, trekt een kinder-driewieler in een cirkel rond zijn middelpunt. Het mechaniek is zo ingericht dat de radius van de driewieler varieert. Daarbinnen schrijft de performer met stoepkrijt spontaan in hem opkomende gedachten op de vloer, spiraalsgewijs en tegen de klok in.
De onvermijdelijke ontmoetingen nopen de schrijver tot een stap opzij om ruimte te geven aan de driewieler, die met de tijd blijft meerijden. Deze dynamiek ontwikkelt een voortgang waarin de storing wordt omgezet naar een dans.
Intussen wissen de rubberbandjes geleidelijk het geschrevene weer uit. Wat even te lezen was, verdwijnt langzaam in een mist van kalk.

In die atmosfeer ontwikkelen omstanders de gelegenheid om toe te kijken, mee te lopen en zichzelf te peilen in wat ze gaandeweg ontmoeten aan reflecties die bij hen komen bovendrijven.
In het kielzog van wat er gebeurt, ontwikkelt zich een wisselwerking waar binnen/buiten elkaar meemaken Een interactie tussen schrijvend lezen, lezend schrijven. Performer, publiek en tijd beluisteren daarin elkaars resonantie in een poging om de samenhang in dit moment te doorgronden en om te zetten naar een eigen betekenis.
Bezoekers kunnen zelfs de schrijver onderbreken, waardoor tijdelijk ruimte ontstaat voor een stap opzij en gezamenlijk onderzoek naar wat er plaats vindt.
In deze samen opgebouwde akoestiek ontstaat gelegenheid om de resonantie door te laten groeien naar een gedeelde ervaring.

Hoe dan ook, binnen het concept van deze performance krijgt het kunstzinnig proces zelf een kans zijn/haar werk te doen. (Gelegenheid mogelijkheid)
In feite is er geen begin of einde aan de performance.